Heb je een kleuter die… een grote spanningsboog heeft?


smartgame dinosaurs met aftekenblad slimme kleuters

Als één van de kenmerken van een ontwikkelingsvoorsprong wordt genoemd dat kinderen zich ergens in kunnen vastbijten en een grote spanningsboog hebben. Misschien zie jij dit ook wel bij de slimme kleuters in jouw groep? Je zal wel een beetje je best moeten doen ze hierop te betrappen. Want die grote spanningsboog zie je natuurlijk vooral tijdens activiteiten waar zij interesse in hebben, waarin echt iets te halen valt!

Grote spanningsboog bij uitdagende activiteiten

Laat slimme kleuters eens werken met nieuwe uitdagende ontwikkelingsmaterialen zoals een mooie spiegelkist, een sodoku-spel of zet ze aan het werk met een Smartgame. Je kunt de uitdaging nog extra stimuleren door te werken met aftekenbladen zoals je vindt in het Lespakket Smartgames.

Een ander idee is om je ontwikkelingsmaterialen eens op een andere manier te gebruiken. Leg bijvoorbeeld uit wat symmetrie is voor je een kind aan het werk zet met de mozaiekdoos. Zoek je dergelijke opdrachten, kijk dan eens in naar mijn serie blogartikelen ‘Doe meer met…’

Observeer hoe het kind te werk gaat en hoe lang het de aandacht erbij kan houden. In mijn groep, waarin alle kinderen een ontwikkelingsvoorsprong hebben, zie ik dat zij vaak gemakkelijk een half uur geconcentreerd met een dergelijke opdracht bezig kunnen zijn.

Gote spanningsboog, niet te stoppen!

Jongens en meisjes, we gaan opruimen! De grote spanningsboog en interesse kan zich ook uiten in het ‘niet kunnen stoppen’ met een activiteit. Kinderen die zo opgaan in hun bouwwerk, knutselproject of spel in de zandtafel, dat je ze maar met veel moeite aan het opruimen krijgt. Ik heb dan vaak het ongemakkelijke gevoel dat ik hun spel onderbreek, terwijl ze juist nog zo goed bezig zijn! Het kan dan helpen als je duidelijk aangeeft hoe en wanneer ze hiermee verder mogen gaan.

Anders kijken naar een grote spanningsboog

Sommige leerkrachten geven aan dat een kind dat verder wél signalen van een ontwikkelingsvoorsprong laat zien, juist níet geconcentreerd kan werken. Het kind is heel vluchtig, begint zelfs niet aan taken, of raffelt het werk af. Daar kan vanalles aan ten grondslag liggen. Misschien is het kind faalangstig en ervaart het een bepaalde druk of verwachtingen. Het is ook mogelijk dat de taak niet passend is bij het niveau van het kind, wellicht gaat het om een onderpresteerder. Mijn tip is dan om eens goed te observeren bij een zelfgekozen activiteit. Misschien in de zandtafel, tijdens het buitenspelen, of als het kind aan het bouwen is. Observeer goed hoe betrokken het kind is in het spel. En houd gewoon eens bij hoe lang het kind geconcentreerd kan spelen. Misschien word je verrast!

Geef een reactie